Nasi
Wie houdt er nou niet van? Nasi met een eitje, kroepoek, satésaus, gebakken uitjes en atjar tjampoer. Vandaag leg ik uit hoe wij de nasi altijd thuis maken. Er wordt niet vaak gekookt met een pakje en/of zakje, maar voor de nasi-kruiden van GO-TAN maken wij graag een uitzondering! Er staat dan ook een kilo verpakking van deze kruiden in onze voorraad kast.
Benodigdheden:
Voor 4 personen
- 500 gram kalfsschnitzel
- 400 gram rijst
- 8 eieren
- 1 grote ui
- 50 gram nasi-kruiden van GO-TAN
- Zout
- Peper
- Rode peper
- Gebakken uitjes
- Kroepoek
- Satésaus
- Atjar Tjampoer
Bereidingswijze:
- Kook de rijst in gezouten water, volgens de aanwijzingen op de verpakking. Laat de rijst afkoelen.
- Snijd de kalfsschnitzel in kleine stukjes, breng dit op smaak met zout en peper. Bak deze stukjes vlees met wat boter, iets bruin in de pan. Let op, bak het vlees niet uit! Anders wordt het taai.
- Voeg een gesnipperd uitje toe, voeg hierna de nasi-kruiden en een klein gesneden pepertje bij het vlees. Roer dit goed door.
- Roer hierna 4 eieren in een bakje en voeg dit toe bij het vlees met de kruiden. Blijf roeren in de pan en laat de eieren stollen.
- Voeg hierna de rijst toe, roer door en ‘bak’ de nasi als het ware. Dit duurt ongeveer 15 minuten. Blijf wel af en toe roeren, anders brandt je rijst aan.
- In een aparte pan bak je 4 spiegeleieren.
- Leg op een bord wat nasi, doe hier je spiegeleitje bij, wat satesaus en bijvoorbeeld gebakken uitjes of atjar tjampoer.
Eetsmakelijk!
